En nu ga ik dansen

Ik zit op mijn terras en bestudeer voorbijkomende mensen. Alle soorten. Dikke mensen, dunne mensen. Lachende mensen. Ouderen. Spelende kinderen. Allemaal in hun eigen pracht en glorie. Over kinderen gesproken: grappig toch, hoe je altijd exact ziet hoe ze zich voelen. Verdriet betekent huilen. Blij zijn betekent lachen. Ze geven nogal weinig om het beeld dat anderen van hen creëren. Ze zijn zo heerlijk puur in hun onschuld. Muziek? Dansen! Zingen! Meebrullen! Hoe slecht of goed ook. Alle energie loslaten. Lichaam en geest volgen zonder jezelf al te veel vragen te stellen. Een beetje verderop staat een meisje van om en bij de twintig. Speciaal kort broekje en felgekleurd topje aangedaan voor een ultraslecht optreden, in de hoop de jongen van haar leven tegen te komen. Krampachtig met één been, half ritmisch meetikkend. Alle emoties tegenhouden, verbergen, op de oppervlakte bewaren. Eronder zelfs, als het even kan. Koud hebben. Er helemaal niks aan vinden, toch blijven staan. Niet blij zijn, toch lachen. Muziek horen, niet dansen, niet zingen, niet brullen. Ze geeft het op, uiteindelijk. Daar gaat ze, lichtjes rillend. Teleurgesteld. De kinderen rennen haar al joelend voorbij.

Ik wil soms ook wel terug kind zijn. Peter Pan misschien, als ik toch mag kiezen. Dat zorgeloze. Dat mogelijk onwetende. Dat ik-doe-wat-ik-wil-patroon en niets-of-niemand-houdt-me-tegen-gevoel. Het wordt als vanzelfsprekend gevonden: ‘Och, het is nog maar een kind, laat ze maar doen!’. Net zoals iedereen het dan ook vanzelfsprekend vindt dat je vanaf de leeftijd van zestien (tegenwoordig is dat mogelijk al bij de leeftijd van twaalf) altijd cool en koel moet zijn, en bovendien hier en daar wat zorgen moet oppikken om alles, niks en iedereen. En niemand die mij vertellen kan wanneer en hoe dat allemaal precies tot stand komt. Ik heb het altijd maar een raar fenomeen gevonden. Maar ik ben niet veel anders gebleken. Ik zing, dans en brul ook niet mee met deze muziek. Het is waarschijnlijk een kwestie van opgroeien. Maar soms, of misschien heel vaak, wil ik terug een beetje Peter Pan zijn. Of Wendy, zo je wil. Maar Wendy kwam terug naar onze wereld. Ze dacht te veel, om alles en om niks. Ze was nooit helemaal vrij. En dat is het nu net. Zorgeloos zijn is iets fantastisch fijn, maar je kan er zelf helaas niet over beslissen. Want als je erover nadenkt, ben je al een stap te ver. “Ge denkt te veel”, zeggen ze wel eens tegen mij. Klopt. Helemaal waar. Maar eerlijk… Wie niet? Kinderen blijkbaar. Juist ja.

Zo. Dat moest ik even opschrijven. En nu ga ik dansen. Binnen, op mijn kamer. Alleen. Waar niemand het ziet. Want dat kan niemand me afnemen natuurlijk. Het kind dat je bij jezelf, en enkel en alleen dan, nog eens wil vrijlaten. Heerlijk puur in haar onschuld. (En nu ga ik dansen. En mogelijk wat springen ook.)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: